Breng de honing in een pannetje aan de kook met 500 ml water, het kaneelstokje en het citroensap. Laat alles ca. 15 minuten flink borrelen en inkoken en laat het dan afkoelen. Zeef de bloem boven een beslagkom, druk in het midden een kuiltje en verbrokkel of strooi daarin de gist. Giet 125 ml warm water in het kuiltje en roer van daaruit gist, bloem en water door elkaar. Zet de kom afgedekt met een vochtige doek op een warm plekje en laat het deeg minstens een half uur rijzen. Doe het zout erbij en nog eens een kleine 125 ml water en kneed alles door elkaar tot een soepel deeg. Bedek de kom weer met een vochtige doek en laat het deeg nog eens 1/1,5 uur op een warm plekje rijzen. Het volume moet zich verdubbelen.

Maak in een frituurpan of friteuse een royale portie olie heet. Vet uw handen en een dessertlepel in met wat olie. Neem wat deeg in uw linkerhand en vorm tussen duim en wijsvinger een balletje ter grootte van een hazelnoot. Schep het balletje op de lepel, schuif het er met uw duimen vlug van af en laat het in de hete olie vallen. Bak de balletjes vlug lichtbruin, met niet meer dan 5-6 tegelijk, tot het deeg op is. Schep de balletjes met de schuimspaan uit de olie, laat ze op keukenpapier even uitlekken en laat ze dan in de siroop vallen. Laat ze er even in staan en leg ze daarna op een schaal en kruimel er wat walnoten chrunch overheen